De overheid geeft de garantie dat huidige eigenaars van zonnepanelen en ook nieuwe (tot eind 2020), gedurende 15 jaar na indienstname, het voordeel van een terugdraaiende teller behouden. Niets ligt het plaatsen van nieuwe zonnepanelen nog in de weg.
De uitrol van de digitale meter kan van start gaan en prosumenten die dat willen, behouden het voordeel van een terugdraaiende teller gedurende 15 jaar, ook voor de distributienettarieven. Daarnaast hebben ze een tweede optie om te kiezen voor het voorstel dat de VREG uitwerkte indien dit hen meer voordelen biedt. Dit is zeker het geval voor prosumenten die veel opgewekte energie direct verbruiken.
Zonnepaneleneigenaars hebben dus de keuze tussen het huidige systeem waarbij er voor hen niks verandert en een nieuwe regeling, die uitgewerkt werd door de VREG. Hierbij worden nettarieven aangerekend op wat mensen effectief van het net afnemen. Dit is voordeliger voor prosumenten die overdag meer thuis zijn en hun opgewekte energie dan ook meteen verbruiken.
De voorbije jaren is hard gewerkt om het vertrouwen van burgers in zonne-energie te verhogen. De mensen die hun plan om zonnepanelen te installeren even hadden opgeborgen, kunnen er nu voluit voor gaan.
Vanaf 2021 is een ‘terugleververgoeding’ mogelijk: prosumenten die het teveel aan opgewekte stroom op het distributienet zetten, zullen daarvoor een vergoeding kunnen krijgen. Wie vandaag al zonnepanelen heeft en dus 15 jaar recht heeft op het voordeel van een terugdraaiende teller, kan op elk moment overschakelen naar deze nieuwe terugleververgoeding. Met een terugleververgoeding worden kleine producenten van groene energie voor hun opgewekte stroom beloond.
Conclusie: zonnepanelen leggen is en blijft een goede beslissing.